Windlust is een korenmolen in Nootdorp (gemeente Pijnacker-Nootdorp). De molen is een rijksmonument en staat aan de rand van de bebouwde kom van Nootdorp, langs de weg van Nootdorp naar Pijnacker, op 50 meter van de Dobbeplas.De geschiedenis van de korenmolen Windlust te NootdorpOp de plaats waar nu de Windlust staat, heeft vanaf ongeveer 1625 een wipkorenmolen gestaan. Toen die molen gebouwd werd, stonden er in Nootdorp 28 huizen. Deze wipkorenmolen werd in 1880 gekocht door Huibert Blonk, molenaar in Zegwaard (Zoetermeer). Zijn oudste zoon Arend werd de molenaar van de Nootdorpse Windlust. In 1885 kocht Huibert de rietgedekte, achtkantige run- en snuifmolen Windlust die in 1781 op de Hopsteegse toren van de stadswal van Delft gebouwd was. Die windmolen was daar overbodig geworden, omdat men was overgegaan op stoomkracht. De oude wipkorenmolen werd afgebroken en op diezelfde plek werd een achtkantige stenen onderbouw gemetseld. Daarop werd de Delftse Windlust als korenmolen weer in elkaar gezet.In maart 1886 overleed Huibert Blonk. Bij de verdeling van de boedel werd de molen uiteindelijk aan Arend toegewezen. In februari 1898 stierf Arend op 44-jarige leeftijd. Een jaar later besloot de weduwe de molen te verkopen. De molen werd gekocht door de molenaarsknecht Arie Verploegh. In 1908 kregen de molenwieken het zelfzwichtsysteem. In 1919 verkocht Arie de molen aan de coöperatie Ons Belang. Enkele jaren later werd Hendrik Jongste de molenaar en hij zou dat ongeveer 40 jaar blijven. In 1943 verkocht de coöperatie de molen aan Dorus Kortekaas; molenaar Hendrik Jongste bleef de huurder. In 1947 werd historie geschreven op de Nootdorpse Windlust toen de molen op één roede fokwieken kreeg en daarmee was het de tweede molen in Nederland met dit systeem van ir. Fauël. Toen Hendrik Jongste in 1951 een hamermolen aanschafte, werd er steeds minder op de wind gemalen. In 1955 kocht molenaar Hendrik Jongste de molen; hij is dan al 71 jaar. Na het overlijden van Hendrik Jongste in 1963 werd de molen gekocht door Gerard van Rijswijk. Deze beschikte niet over de geldmiddelen en de kennis om de molen in een betere staat te brengen. De molen raakte steeds verder in verval. Toen het echtpaar Koos en Bep de Wolf-van Domburg het huis, de molen en de graanschuur kochten in 1974, braken er betere tijden aan. Nadat zij een nieuw huis hadden laten bouwen kreeg de restauratie van de molen alle aandacht. Toch duurde het tot 1987 voordat er voldoende financiële toezeggingen gedaan waren om met de feitelijke restauratie te kunnen beginnen. Op 29 mei 1989 kon de molen weer feestelijk in bedrijf genomen worden.
Voeg deze kaart toe aan uw website;
We gebruiken cookies en andere trackingtechnologieën om uw browse-ervaring op onze website te verbeteren, om u gepersonaliseerde inhoud en gerichte advertenties te laten zien, om ons websiteverkeer te analyseren en om te begrijpen waar onze bezoekers vandaan komen. Privacybeleid