Toevoegen
PRIVACYREGELS
Contact
Bewerk bedrijf | De Kunstploeg
Name for Contact (*):
Email for Contact (*):
Naam van het bedrijf (*):
Info:
Info Stichting De Kunstploeg zet culturele community-art projecten op in buurten en wijken, die verschillende bevolkingsgroepen bij elkaar brengt. Geschiedenis Statuut Stichting De Kunstploeg Heden, zeventien mei tweeduizend dertien, verschenen voor mij, mr. Geert Labordus, _ notaris te Aalsmeer: ____________________________________________________ 1. mevrouw Karin BORGMAN, geboren te Aalsmeer op een september __________ negentienhonderd negenenvijftig, zich legitimerende met haar rijbewijs, nummer __ 4872498300, afgegeven te Aalsmeer op drie oktober tweeduizend acht; ________ 2. de heer Johannes Wilhelmus DAALMAN, geboren te Haarlemmermeer op _____ vijftien maart negentienhonderd zevenenvijftig, zich legitimerende met zijn_______ rijbewijs, nummer 4444003304, afgegeven te Aalsmeer op zes juni tweeduizend __ acht; ____________________________________________________________ geregistreerde partners, tezamen wonende te Aalsmeer, Uiterweg 185 ws2 _________ (postcode 1431 AE) ____________________________________________________ De comparanten verklaarden bij deze akte een stichting op te richten en daarvoor de __ volgende statuten vast te stellen: __________________________________________ Naam en Zetel ________________________________________________________ Artikel 1______________________________________________________________ 1. De stichting draagt de naam: Stichting De Kunstploeg. ____________________ 2. Zij heeft haar zetel in de gemeente Aalsmeer._____________________________ Doel ________________________________________________________________ Artikel 2______________________________________________________________ 1. De stichting stelt zich ten doel: ________________________________________ a. Aan de hand van kunst- en cultuurprojecten in buurten en wijken, organisaties_ en bevolkingsgroepen zodanig met elkaar te laten samenwerken waardoor de sociale samenhang versterkt wordt en mensen elkaar beter leren kennen. ___ b. het verrichten van alle verdere handelingen, die met het vorenstaande in de__ ruimste zin verband houden of daartoe bevorderlijk kunnen zijn. ___________ 2. De stichting wil haar doel verwezenlijken door kunsteducatie in te zetten als _____ instrument om zo de cultuurparticipatie te vergroten en nieuwe________________ samenwerkingsverbanden tot stand te brengen. ___________________________ 3. De projecten hebben bij voorkeur een intergenerationeel karakter.______________ Bestuur: samenstelling, wijze van benoemen (en beloning) ______________________ Artikel 3______________________________________________________________ 1. Het bestuur van de stichting bestaat uit een door het bestuur vast te stellen aantal van ten minste drie bestuurders. _______________________________________ 2. De bestuurders worden benoemd en geschorst door het bestuur. In vacatures____ moet zo spoedig mogelijk worden voorzien. Het bestuur kiest uit zijn midden een__ voorzitter, een secretaris en een penningmeester. De functies van secretaris en __ penningmeester kunnen door één persoon worden vervuld. __________________ 3. De bestuurders worden benoemd voor onbepaalde tijd. _____________________ 4. Ingeval van één of meer vacatures in het bestuur behoudt het bestuur zijn_______ bevoegdheden. ____________________________________________________ 5. Het bestuur kan aan een of meer bestuurders een beloning toekennen. _________ Alle bestuurders hebben recht op vergoeding van de door hen in de uitoefening __ van hun functie gemaakte kosten. ______________________________________ Bestuur: taak en bevoegdheden ___________________________________________ Artikel 4______________________________________________________________ 1. Het bestuur is belast met het besturen van de stichting. _____________________ 2 2. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot _ verkrijging, vervreemding en bezwaring van registergoederen. ________________ 3. Het bestuur is niet bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten, ___ waarbij de stichting zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich____ voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidstelling voor een schuld van een _ ander verbindt._____________________________________________________ 4. Erfstellingen mogen slechts onder het voorrecht van boedelbeschrijving worden __ aanvaard. ________________________________________________________ Bestuur: vergaderingen__________________________________________________ Artikel 5______________________________________________________________ 1. De vergaderingen van het bestuur worden gehouden in Nederland op de plaats __ als bij de oproeping is bepaald. ________________________________________ 2. Jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar wordt een vergadering__ van het bestuur (de jaarvergadering) gehouden, waar in elk geval aan de orde ___ komt de vaststelling van de balans en de staat van baten en lasten.____________ 3. Voorts worden vergaderingen gehouden, wanneer één van de bestuurders ______ daartoe de oproeping doet. ___________________________________________ 4. De oproeping tot een vergadering geschiedt ten minste zeven dagen tevoren, de _ dag van de oproeping en die van de vergadering niet meegerekend, door middel__ van een oproepingsbrief. _____________________________________________ 5. Een oproepingsbrief vermeldt, behalve plaats en tijdstip van de vergadering, de te_ behandelen onderwerpen.____________________________________________ 6. De vergaderingen worden geleid door de voorzitter. Indien deze afwezig is ______ voorzien de aanwezige bestuurders in de leiding van de vergadering. Tot dat_____ moment wordt de vergadering geleid door de in leeftijd oudste aanwezige _______ bestuurder. _______________________________________________________ 7. De secretaris notuleert de vergadering. Bij afwezigheid van de secretaris wordt de notulist aangewezen door degene die de vergadering leidt. De notulen worden ___ vastgesteld en getekend door degenen, die in de vergadering als voorzitter en ___ notulist hebben gefungeerd. De notulen worden vervolgens bewaard door de ____ secretaris. ________________________________________________________ 8. Toegang tot de vergaderingen van het bestuur hebben de in functie zijnde_______ bestuurders en degenen die daartoe door het bestuur zijn uitgenodigd. _________ Bestuur: besluitvorming__________________________________________________ Artikel 6______________________________________________________________ 1. Het bestuur kan in een vergadering alleen besluiten nemen indien de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd is. __________ Een bestuurder kan zich in een vergadering door een andere bestuurder laten____ vertegenwoordigen nadat een schriftelijke, ter beoordeling van de voorzitter van __ de vergadering voldoende, volmacht is afgegeven. Een bestuurder kan daarbij ___ slechts voor één andere bestuurder als gevolmachtigde optreden. Is in een ______ vergadering niet de meerderheid van de in functie zijnde bestuurders aanwezig of_ vertegenwoordigd dan wordt een tweede vergadering bijeengeroepen, te houden _ niet eerder dan twee en niet later dan vier weken na de eerste vergadering. In____ deze tweede vergadering kan ongeacht het aantal aanwezige of ______________ vertegenwoordigde bestuurders worden besloten omtrent de onderwerpen welke _ op de eerste vergadering op de agenda waren geplaatst. Bij de oproeping tot de __ tweede vergadering moet worden vermeld dat en waarom een besluit kan worden_ genomen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde bestuurders. ____ 2. Zolang in een vergadering alle in functie zijnde bestuurders aanwezig zijn, kunnen 3 geldige besluiten worden genomen over alle aan de orde komende onderwerpen, _ mits met algemene stemmen, ook al zijn de door de statuten gegeven __________ voorschriften voor het oproepen en houden van vergaderingen niet in acht ______ genomen. ________________________________________________________ 3. Het bestuur kan met algemene stemmen ook buiten vergadering besluiten nemen. Van een aldus genomen besluit wordt door de secretaris een relaas opgemaakt,__ dat na mede-ondertekening door de voorzitter als notulen wordt bewaard. _______ 4. Iedere bestuurder heeft het recht tot het uitbrengen van één stem. _____________ Voor zover deze statuten geen grotere meerderheid voorschrijven worden_______ bestuursbesluiten genomen met volstrekte meerderheid van de geldig__________ uitgebrachte stemmen. ______________________________________________ 5. Alle stemmingen in een vergadering geschieden mondeling, tenzij één of meer ___ bestuurders vóór de stemming een schriftelijke stemming verlangen. ___________ Schriftelijke stemming geschiedt bij ongetekende, gesloten briefjes. ____________ 6. Blanco stemmen worden beschouwd als niet te zijn uitgebracht._______________ 7. In alle geschillen omtrent stemmingen beslist de voorzitter van de vergadering. ___ Bestuur: defungeren ____________________________________________________ Artikel 7______________________________________________________________ Een bestuurder defungeert: ______________________________________________ a. door zijn overlijden of indien de bestuurder een rechtspersoon is, door haar______ ontbinding of indien zij ophoudt te bestaan;_______________________________ b. door het verlies van het vrije beheer over zijn vermogen; ____________________ c. door zijn aftreden; __________________________________________________ d. door ontslag hem verleend door de gezamenlijke overige bestuurders;__________ e. door ontslag op grond van artikel 2:298 Burgerlijk Wetboek. __________________ Vertegenwoordiging ____________________________________________________ Artikel 8______________________________________________________________ 1. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting. _______________________________ 2. De vertegenwoordigingsbevoegdheid komt mede toe aan twee gezamenlijk______ handelende bestuurders._____________________________________________ 3. Tegen een handelen in strijd met artikel 4 leden 2 en 3 kan tegen derden beroep__ worden gedaan.____________________________________________________ 4. Het bestuur kan volmacht verlenen aan één of meer bestuurders, alsook aan ____ derden, om de stichting binnen de grenzen van die volmacht te _______________ vertegenwoordigen._________________________________________________ Boekjaar en jaarstukken _________________________________________________ Artikel 9______________________________________________________________ 1. Het boekjaar van de stichting is gelijk aan het kalenderjaar. __________________ 2. Het bestuur is verplicht van de vermogenstoestand van de stichting en van alles __ betreffende de werkzaamheden van de stichting, naar de eisen die voortvloeien uit deze werkzaamheden, op zodanige wijze een administratie te voeren en de _____ daartoe behorende boeken, bescheiden en andere gegevensdragers op zodanige wijze te bewaren, dat daaruit te allen tijde de rechten en verplichtingen van de____ stichting kunnen worden gekend._______________________________________ 3. Het bestuur is verplicht jaarlijks binnen zes maanden na afloop van het boekjaar __ de balans en de staat van baten en lasten van de stichting te maken, op papier te_ stellen en vast te stellen. _____________________________________________ 4. Het bestuur is verplicht de in de voorgaande leden bedoelde boeken, bescheiden _ en andere gegevensdragers gedurende zeven jaren te bewaren. ______________ 5. De op een gegevensdrager aangebrachte gegevens, uitgezonderd de op papier __ 4 gestelde balans en staat van baten en lasten, kunnen op een andere___________ gegevensdrager worden overgebracht en bewaard, mits de overbrenging _______ geschiedt met juiste en volledige weergave der gegevens en deze gegevens_____ gedurende de volledige bewaartijd beschikbaar zijn en binnen redelijke tijd ______ leesbaar kunnen worden gemaakt. _____________________________________ Reglement ___________________________________________________________ Artikel 10_____________________________________________________________ 1. Het bestuur is bevoegd een reglement vast te stellen, waarin die onderwerpen ___ worden geregeld, die naar het oordeel van het bestuur (nadere) regeling ________ behoeven. ________________________________________________________ 2. Het reglement mag niet met de wet of deze statuten in strijd zijn. ______________ 3. Het bestuur is bevoegd het reglement te wijzigen of te beëindigen._____________ 4. Op de vaststelling, wijziging en beëindiging van het reglement is het bepaalde in__ artikel 11 lid 1 van toepassing._________________________________________ Statutenwijziging_______________________________________________________ Artikel 11_____________________________________________________________ 1. Het bestuur is bevoegd deze statuten te wijzigen. Een besluit tot statutenwijziging _ moet met algemene stemmen worden genomen in een vergadering waarin alle ___ bestuurders aanwezig of vertegenwoordigd zijn. ___________________________ 2. De wijziging moet op straffe van nietigheid bij notariële akte tot stand komen. ____ Iedere bestuurder afzonderlijk is bevoegd de desbetreffende akte te verlijden. ____ 3. De bestuurders zijn verplicht een authentiek afschrift van de wijziging en de _____ gewijzigde statuten neer te leggen ten kantore van het handelsregister. _________ Ontbinding en vereffening________________________________________________ Artikel 12_____________________________________________________________ 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. __________________________ 2. Op het besluit van het bestuur tot ontbinding is het bepaalde in artikel 11 lid 1 van_ overeenkomstige toepassing. _________________________________________ 3. Indien het bestuur besluit tot ontbinding wordt tevens de bestemming van het ____ liquidatiesaldo vastgesteld, welk liquidatiesaldo dient te worden besteed ten _____ behoeve van een algemeen nut beogende instelling met een gelijksoortige ______ doelstelling. _______________________________________________________ 4. Na ontbinding geschiedt de vereffening door de bestuurders, tenzij bij het besluit__ tot ontbinding anderen tot vereffenaars zijn aangewezen. ____________________ 5. Na afloop van de vereffening blijven de boeken en bescheiden van de ontbonden _ stichting gedurende de bij de wet voorgeschreven termijn onder berusting van de _ door de vereffenaars aangewezen persoon. ______________________________ 6. Op de vereffening zijn overigens de bepalingen van Titel 1, Boek 2 van het ______ Burgerlijk Wetboek van toepassing _____________________________________ Slotbepalingen ________________________________________________________ Artikel 13_____________________________________________________________ 1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het __ bestuur. __________________________________________________________ 2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare __________ communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt. _________ 3. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op eenendertig december __________ tweeduizend dertien. ________________________________________________ Slotverklaring _________________________________________________________ Ten slotte verklaarden de comparanten dat bij deze oprichting: ___________________ a. het bestuur bestaat uit thans uit twee bestuurders; _________________________ Slotbepalingen ________________________________________________________ Artikel 13_____________________________________________________________ 1. In alle gevallen, waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het __ bestuur. __________________________________________________________ 2. Onder schriftelijk wordt in deze statuten verstaan elk via de gangbare __________ communicatiekanalen overgebracht bericht, waarvan uit geschrift blijkt. _________ 3. Het eerste boekjaar van de stichting eindigt op eenendertig december __________ tweeduizend dertien. ________________________________________________ Slotverklaring _________________________________________________________ Ten slotte verklaarden de comparanten dat bij deze oprichting: ___________________ a. het bestuur bestaat uit thans uit twee bestuurders; _________________________ 5 b. voor de eerste maal zijn bestuurders, in de achter hun naam vermelde functie: ___ 1. mevrouw Karin Borgman voornoemd: voorzitter ________________________ 2. de heer JohannesWilhelmus Daalman voornoemd: secretaris en __________ penningmeester. ________________________________________________ WAARVAN AKTE is verleden te Aalsmeer op de datum in het hoofd van deze akte____ vermeld. _____________________________________________________________ De comparanten zijn mij, notaris, bekend. De zakelijke inhoud van de akte is aan hen__ opgegeven en toegelicht. De comparanten hebben verklaard op volledige voorlezing __ van de akte geen prijs te stellen tijdig voor het verlijden een conceptakte te hebben ___ ontvangen en van de inhoud van de akte te hebben kennis genomen en te zijn_______ gewezen op de gevolgen, die voor partijen uit de akte voortvloeien.________________ Deze akte is beperkt voorgelezen en onmiddellijk daarna ondertekend, eerst door de __ comparanten en vervolgens door mij, notaris._________________________________ (Volgt ondertekening) UITGEGEVEN VOOR AFSCHRIFT
Telefon. (*):
Website:
Email:
Openingstijden
Maandag:
-
Dinsdag:
-
Woensdag:
-
Donderdag:
-
Vrijdag:
-
Zaterdag:
-
Zondag:
-
*** Markeer de locatie op de kaart
Breedte (*):
Leng. (*):
Stad (*):
Adres 1 (*):
Adres 2:
Postcode:
Afbeelding:
Submit