Het Centraal Vluchtelingenkamp Westerbork was een in 1939 door de Nederlandse overheid opgezet vluchtelingenkamp in Midden-Drenthe voor in Nederland aanwezige Duitse en Oostenrijkse Joodse vluchtelingen aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog. Na de Duitse bezetting werd het in 1942 omgevormd tot het Doorgangskamp Westerbork.OprichtingVoor de Tweede Wereldoorlog vluchtten duizenden Duitse en Oostenrijkse Joden voor de naziterreur de grens met Nederland over. De Nederlandse regering wilde in die tijd op goede voet blijven staan met Duitsland en sloot op 15 december 1938 de grens, enkele weken na de Kristallnacht van 9-10 november 1938, en bestempelde de vluchtelingen tot ongewenste vreemdelingen. Zo mogelijk werden ze naar Duitsland uitgewezen. In februari 1939 besloot de Nederlandse regering tot de bouw van een groot kamp voor deze vluchtelingen, die tot dan toe op verschillende plaatsen in Nederland werden opgevangen. De regering eiste in termijnen terugbetaling van de kosten (ruim 1 miljoen gulden) door het Comité voor Joodsche Vluchtelingen.Aanvankelijk zou dat kamp bij Elspeet worden gebouwd. Deze plannen stuitten op verzet van de plaatselijke bevolking en de ANWB, die vond dat de Veluwe aantrekkelijk moest blijven voor vakantiegangers. Waar deze protesten weinig gehoor vonden, gaf het bezwaar van koningin Wilhelmina de doorslag. Zij vond de afstand vanaf het geplande vluchtelingenkamp tot haar zomerverblijf paleis Het Loo veel te klein. Op 22 april liet minister van Boeijen de koningin weten dat de regering had afgezien van het vestigen van een vluchtelingenkamp op de Veluwe.
Voeg deze kaart toe aan uw website;
We gebruiken cookies en andere trackingtechnologieën om uw browse-ervaring op onze website te verbeteren, om u gepersonaliseerde inhoud en gerichte advertenties te laten zien, om ons websiteverkeer te analyseren en om te begrijpen waar onze bezoekers vandaan komen. Privacybeleid